
Nadat ze in 2015 met Alles ist jetzt debuteerde, komt Julia Wolf nu met haar tweede roman Walter Nowak bleibt liegen (beide verschenen bij Frankfurter Verlangsanstalt). ILB sprak met de auteur over: hoe het idee voor haar boek ontstaan is, wat belangrijk is als je aan het schrijven bent en hoe je je inleeft in een oudere man van de naoorlogse generatie.
ILB: Hoe ben je op idee gekomen van je personage Walter Nowak ?
Julia: In mijn eerste roman kwamen twee mannen voor, die ik interessant vond, maar toen een bijrol speelden in het boek. In mijn tweede boek, wilde ik mij juist graag meer met deze twee mannen bezig houden. Waarom zijn ze, zoals ze zijn? Wat doet de bejegening met dood en trauma met de naoorlogse generatie? En welk effect heeft dat op de daarop volgende generatie? Ik heb hierover veel met mijn vader en stiefvader gesproken en veel over dit thema gelezen. Wat betekent het om een vader te hebben? Of wel een vader te hebben, maar die nooit aanwezig is of die er op emotioneel vlak eigenlijk nooit voor je was? Walter vindt het belangrijk iets van het leven te maken en kan daarom niet zo goed uit de voeten met zijn zoon Felix, die daar een andere kijk op heeft. Ze begrijpen elkaar niet en Walter reflecteert niet over hun relatie.
ILB: En hoe kan je je als jonge vrouw inleven in een oudere man?
Julia: Dat was een proces. Ik ben veel geweten te komen door mijn onderzoek en heb veel gespreken gevoerd. En gekeken naar de overeenkomsten tussen Walter en mij, waarin zijn wij gelijk, ook op emotioneel vlak? Bijvoorbeeld de angst om te worden verlaten. Dat gevoel gaat niet over man of vrouw, jong of oud. Ik heb ook steeds gekeken naar wat ik van hem kan leren.
ILB: Tot nu zijn je romans delen van een losse trilogie. Wat is de relatie tussen de boeken?
Julia: Iedere boek staat op zichzelf, maar er is een verbinding qua motieven, die gevarieerd zijn. Er zijn ook overlappingen van de figuren, maar ze zijn nooit dezelfde. Walter is een variatie van de vader en nog een andere mannelijke figuur uit Alles ist jetzt. Verder heb je het ‘Amerika-motief’. Voor de familie uit de eerste roman is het een projectievlak van hun hunkering, in het tweede boek gaat het over de Amerikaanse bezettingsgeschiedenis in West-Duitsland. Bovendien is het motief van het zwemmen belangrijk. In Alles ist jetzt begint de vader een zwembad in zijn tuin te bouwen maar nog voordat hij dit beëindigen kan verlaat hij – net zoals Walter later doet – zijn familie voor een jongere vrouw. Het zwemmen als sport, met zijn lichamelijkheid en isolatie onder water, is van betekenis voor de figuur van Walter.
ILB: Je schrijfstijl maakt deel uit van de sfeer en de presentatie van Walters karakter. Waar let je op als je schrijft?
Julia: De grootste uitdaging is de goede toon te ontwikkelen. Als je de toon hebt, ontwikkelt zich een dynamiek, die zich vanzelf draagt. Een grof idee van het verhaal is dan voldoende. Ik bewerk ook veel en let er vooral op hoe de taal klinkt, hoe het ritme is. Net zo belangrijk als het verhaal is de taal.
ILB: Wil je met je tekst een bepaalde waarneming, een bepaalde emotie bij de lezers oproepen?
Julia: Ik heb erop gelet dat je het verschil tussen ‘realiteit’ en ‘waanvoorstelling’ kunt zien. Maar voor mij maakt het niet uit, dat iedereen iets anders uit de tekst haalt. Ik schrijf steeds wat ik de beste manier vind, maar als iemand van mijn familie iets totaal anders waarneemt, ga ik dat nog een keer veranderen. Maar het was mijn eis om een persoonlijke esthetiek, een kunsttaal te ontwikkelen en dat het verhaal logisch is.
ILB: Hoe voelt het om klaar te zijn met een project?
Julia: Als ik het manuscript bij de uitgever inlever voelt het nog goed. Ik vind mijn redactrice en de redactie erg leuk. Ze let op details maar ook op de structuur van het boek. Maar het voelt raar wanneer het boek gedrukt wordt. Je kunt dan niks meer veranderen en bent benieuwd naar de reacties. Je stelt jezelf echt bloot. Ik vraag me dan af: Hoe zullen de lezers het boek waarnemen? Tot nu was de feedback veelal positief. Veel mannen uit dit generatie voelen zich aangesproken. Of “kennen iemand”, die ze met Walter identificeren.
ILB: Heb jij al iets voor het derde deel in planning?
Julia: Ik heb een mood-board tegen de muur gezet en ben net materiaal aan het verzamelen. De motieven leveren me al enkele eikpunten, iets, dat in iedere val in de roman zal plaats vinden. Ik heb wel eens een impuls qua taal, hoe de toon zou kunnen zijn en dan begin ik maar vast met schrijven.
ILB: Hoe heb je het ‘schrijversmetier’ ontdekt?
Julia: Schrijven is een manier van jezelf uitdrukken, waarmee ik me als jong kind al verbonden voelde. Mijn leraar Duits bevorderde creatief schrijven. Later heb ik bij
‘das Treffen junger Autoren’ (‘Jonge auteurs ontmoeten elkaar’) in het kader van de ‘Berliner Festspiele’ geparticipeert en later deelgenomen aan de ‘Autorenwerkstatt Prosa’ van de ‘Literatur Colloquium Berlin’.
Maar de literaire wereld eiste op dat moment te veel van mij. Ik wist op dat punt in mijn leven eigenlijk nog niet wat ik precies wilde. Ik heb er een tekst ingeleverd, die een vroege versie was van Alles ist jetzt. Na de ‘Autorenwerkstatt’ was ik helemaal niet tevreden met het manuscript. Ik had geen zin meer om er verder mee te gaan. Totdat ik de tekst negen jaar later weer ontdekte en de figuren zo leuk vond, dat ik het nog een kans wilde geven. Ik wilde mezelf bewijzen, dat ik er een goede verhaal van kon maken. Uiteindelijke heeft dat geleid tot publicatie bij de Frankfurter Verlagsanstalt.
Kijk hier naar de trailer van het boek bij de Ingeborg-Bachmann-Preis 2016.